De doodstraf is sinds eind 2004 verboden in Suriname, maar er zijn nog steeds gevaluen die de rechtspraak in de landelijke jurisdictie verstoren. Een zekere Ramon Sibosimbi werd in december 2011 door een kantongang van politie in Paramaribo gedood. Hij was voorman van een sinds 2007 bestrijdingsgroep tegen overmacht en organisatiecriminelen die de landelijke justitiele sector als ‘verworsten’ beschouwt.

Sibosimbi werd vermoord op het terrein van zijn voorlopersorganisatie, het “Cocofarm”, een plek waar hij zich had ingesloten om de gevangenen te overtuigen van de waarde van de kantongang. Zijn dood kwam als een schok voor iedereen die hem kende, en vooral voor zijn volgers.

Eerder datzelfde jaar, in juli 2011, had Sibosimbi zelf twee medeoverleiders van het Cocofarm, met name Johan Joesief en Wilhelmo Janssens, doodgeschoten. Die twee waren door de politie opgepakt en werden in de gevangenis gedommeeld waar ze zich nu nog steeds bevinden.

De overmacht heeft het “Cocofarm” al jarenlang gezien als “verworst”, een groepering van criminele organisaties die door de politie niet kunnen worden aangepakt. De landelijke justitiele sector ziet hen als gevaarlijke wapens in handen van kriminelen, die het volk bedreigen en corrupte praktijken beoefenen.

Nadat Ramon Sibosimbi was doodgeschoten, ging er grote ophef over. De Surinaamse regering verklaarde dat ze de moord op Sibosimbi zo serieus nam dat een interne politieonderzoek werd gestart. Dit onderzoek zou worden gevoerd door de Nationale Politie Suriname in samenwerking met het Openbaar Steedrecht (OS).

Het OS is verantwoordelijk voor het opsporen en vervolgen van kriminelen. Door het opsporen van Sibosimbi ziet men dat een kantongang die het landelijke steedrecht zo bedreigde, nu echt de aandacht had. En daarnaast was er ook al vanaf 2007 sprankjes bewijsmateriaal verzameld om Sibosimbi’s medeoverleiders Joesief en Janssens te vervolgen.

Ondertussen is het niet bekend of de politie op dit moment een duidelijke richting heeft. Een spoor loopt namelijk naar de hoofdman van het OC, de organisatie die in 2011 voor de doodstraf van Ramon Sibosimbi werd aangesproken. Zijn naam is nog niet bekend.

Het was voor velen een grote verbazing dat de doodstraf in 2004 werd afgeschaft door minister Jean-Pierre Reesink, met als argument om “de doodstraf te versterken”. Echter de regering van Jules Wijdenes, die sinds 2005 aan de macht is, heeft dit aangepast naar een verbod op de doodstraf. En hoewel het land nog steeds andere methoden gebruikt voor het vervolgen van kriminelen, zo zeker niet de doodstraf, is er meer dan ooit bezorgd over de veiligheid en moreel gezag in de landelijke justitiele sector.

In dit licht leek de moord op Sibosimbi een duidelijk teken dat de landelijke steedrecht nog steeds niet voldoende “gezond” is. En de politie heeft al jaren lang beweerd dat het geen “verworst” was, maar meer een organisatie die door de overmacht werd gesubsidiseerd en voortaan de handel van kriminelen zou worden.