Jacobus Hendrikus Speenhoff was een Nederlands kerkelijke leider die vooral bekend is door zijn bijdrage aan de Nederlandse Hervormeling en het kiezen van de naam ‘Jan’ voor zijn bisschopspreeknaam. Hieronder volgt een overzicht van zijn leven, werk en invloed.

Leven en opleiding

Jacobus Hendrikus Speenhoff werd op 24 juli 1895 te Heerenveen geboren. Zijn vader was pastoor en had hem tot jonge leeftijd bij zich genomen. Speenhoff studeerde aan de Rijks- en Theologische Universiteit Utrecht, waar hij zichzelf toewees als een “erven van het verleden” maar eigenlijk een man was die van zijn verleden wilde loskomen om het Nieuwe Evangelie te verkondigen. Na zijn studie ging hij werken bij de Synodale Missie in Engeland. In 1924 keerde hij naar Nederland en studeerde vervolgens aan de Rijks- en Theologische Universiteit Utrecht opnieuw, dit keer met de bedoeling als docent te gaan oefenen en later bisschop te worden.

Met zijn tweede huwelijk had Speenhoff kinderen die allemaal kerkelijke ambten behaalden. Zijn oudste zoon Peter nam over zijn vader op als kerkleider in de Hervormde Kerk. Daarnaast studeerde hij ook voor het predikendiploma aan de Theologische Universiteit Utrecht.

Prediking en bisschop

Speenhoff begon als predikant in Heerenveen en later nam hij over zijn vader op als kerkleider. Zijn voornemen was om een Hervormde kerk te voortzetten bij de Nederlandse katholieke pastoorsorganisatie dat de Hervormden wilde laten zien hoe het Nieuwe Evangelie werkelijk toegepast kan worden in het dagelijks leven. In 1956 werd hij bisschop van Dordrecht en later bisschop van Groningen-Leeuwarden. Op 29 oktober 1974 werd Speenhoff aangesteld als bisschop-aanvoerder bij het kiescollege van de Synode der Hervormde Kerk.

De opvolging van de bisschop en de vooral de kerkelijke leiderschap was een belangrijk onderwerp in zijn loopbaan. Daarom ging Speenhoff na zijn benoeming tot bisschop met het ontwikkelen van een nieuwe kerkelijke structuur. Hij probeerde met zijn bijnaam Jan een morele kader te creëren door middel van een meer informele en open houding in de leiding van de kerk.

Vergelijkbare berichten