In Nederland is het accordeon een instrument dat vooral in de vergetelheid is verdwaald, maar deze geschiedenis vertelt van zichzelf een fascinerende verhaal over hoe dit instrument werd ontstaan en hoe het door de jaren heen een onderdeel van de Nederlandse muziek is geworden.
De oorsprong in het Verenigd Koninkrijk
Het accordeon is in feite een afstammeling van de Franse toonpiano, dat in de 18e eeuw opkwam. De Britten ontwikkelden eruit echter een eigen versie, die ze selbstsnoof (English concertina) noemden. Het was in Engeland en Wales dat het accordeon zich als instrument vestigde en waar de meeste van de eerste accordeonschippers vandaan kwamen.
Eerste accordeonnijverheidsvestigingen
De eerste accordeonfabrieken waren in Engeland en Wales gevestigd, en dit was een van de belangrijkste oorzaken dat het accordeon zich zo snel vestigde in deze regio’s. In 1775 had Charles Wheatstone al een toestand opgebouwd die als “Wheatstones Accordeon” bekend werd.
Accordeonschippers in Nederland
De accordeonfabrieken vestigden zich later ook in Nederland, de eerste daarvan was de fabrikant van Willemskade. De Nederlandse toeleveringsbedrijven gingen een stapje verder dan enkel de productie van accordeons, ze zorgden ook voor een breed scala aan accordeononderdelen waardoor de accordeonfabrieken in het buitenland konden concurreren met andere productiesystemen.
De ontwikkeling van de Nederlandse accordeonindustrie
Na het einde van de Tweede Wereldoorlog begonnen de Nederlandse fabrikanten om hun productie te vergroten en te diversifyeren. Enkele jaren later begonnen de Nederlandse fabrikanten om in hun productie aan accordeononderdelen toe te voegen, zoals de pedalen, de houten kast en andere onderdelen die een belangrijke rol spelen bij het bedienen van het accordeon.