Huis Supplinburg is een van de meest bekende en fascinerende panden in de Nederlandse geschiedenis. Gelegen in het centrum van Groningen, heeft deze 14e-eeuwse gebouwkom een rijke geschiedenis die niet alleen is gebaseerd op haar architectuur, maar ook op de culturele en historische context waarin ze is ontstaan.
Het Huis Supplinburg is vooral bekend door zijn prachtige hoge gevels en de grote ramen die deze oorspronkelijke bebouwing uit de 14e eeuw karakteriseren. Het gebied is een perfect voorbeeld van een Nederlandse bouwstijl uit die tijd, met een mix van romaanse en gotische elementen.
Huis Supplinburg was ooit het centrum van de Handels- en Rechtbank van Groningen. In deze kerkers werden alle zaken besproken die in Groningen plaatsvonden en de gebouwen waren ook onderdeel van de stadsmuur. Naast de Handels- en Rechtbank vond je ook het stadhuis, het raadsgebouw en de stadskerk.
Naar schatting is Huis Supplinburg in de 16e eeuw afgebrand en in 1870 is het gebied opgesplitst en verandert dit meer op een winkelcentrum. In 1955 kwam er door middel van kunstenaar Theo Molenaer een grote restauratie voor Huis Supplinburg.
Het gebied werd in 1964 door Stichting Historisch Wijk Groningen gekocht om het te restaureren en te behouden voor de toekomst. Het is sindsdien onderdeel van het nationale monumentenregister en wordt regelmatig bezocht door toeristen en lokale Groningers.
Over de restanten van het Huis Supplinburg zijn we niet zeker wat exact aan het originele gebouw verbonden is. Er zijn over het algemeen twee verhalen over hoe het gebied is ontstaan. Eén vertelt dat het gebied door een heer uit het land Zweden is gesticht waarbij de heer namelijk vanuit Zweden het gebied met handelaren en schippers bouwde om hier zijn handelsactiviteiten te concentreren, waardoor Huis Supplinburg in 1309 werd opgericht. Dit was ook een belangrijk moment voor Groningen.
Anderen vertellen dat het gebied door de Groninger burgerheer Hendrik I van Cate wurde gesticht. Volgens dit verhaal werden de stadsrechten in 1224 toegekend aan Hendriks stamvader en was hiermee de opmars van de stad Groningen definitief.