De XIVe Spaanse legislatuur

De XIVe Spaanse legislatuur begon op 3 december 2019 en eindigde op 30 mei 2023. Deze legislatuur was een periode van grote politieke onrust in Spanje, die werd gekenmerkt door de formatie van twee opeenvolgende minderheidskabinetten onder leiding van Pedro Sánchez, voorzitter van de Socialistische Arbeiderspartij (PSOE).

De verkiezingen van april en november 2019

De XIVe legislatuur begon na de algemene verkiezingen van april 2019, die werden gehouden nadat het kabinet-Sánchez I een motie van wantrouwen had ingediend tegen de regering van Mariano Rajoy (PP) in juni 2018. De socialistische partij PSOE won de meeste zetels in het Congres van Afgevaardigden, maar geen absolute meerderheid.

Na maanden van onderhandelingen over een mogelijke coalitie met Unidas Podemos (UP), slaagde Pedro Sánchez er niet in om het nodige vertrouwen te krijgen om de regering te formeren. Dit leidde tot het uitschrijven van nieuwe verkiezingen voor november 2019.

Tijdens deze tweede ronde van verkiezingen behaalde PSOE opnieuw de meeste zetels, gevolgd door PP en Vox. Na langdurige onderhandelingen wist Sánchez een coalitie te vormen met UP, die leidde tot de formatie van het kabinet-Sánchez II.

De regering-Sánchez II

Het kabinet-Sánchez II werd geformeerd op 7 januari 2020 en was een coalitie tussen PSOE en UP. Dit was de eerste keer in de Spaanse geschiedenis dat er twee partijen samen een regering vormden.

Tijdens deze legislatuur stond Spanje voor verschillende uitdagingen, zoals het bestrijden van de COVID-19-pandemie, het stimuleren van de economische groei en het verbeteren van de openbare diensten. De regering voerde diverse maatregelen in om deze doelstellingen te bereiken, waaronder een reeks van steunmaatregelen voor bedrijven en gezinnen die door de pandemie werden getroffen.

De regering-Sánchez II werd ook gekenmerkt door belangrijke hervormingen op het gebied van justitie, arbeid en onderwijs. De regering voerde een nieuwe wet in voor de bescherming van slachtoffers van huiselijk geweld en lanceerde een plan om de salarissen van leraren te verhogen.

Politieke onrust

Ondanks deze maatregelen, werd de XIVe legislatuur ook gekenmerkt door politieke onrust. De regering-Sánchez II moest verschillende uitdagingen vanuit de oppositie het hoofd bieden, waaronder een motie van wantrouwen die werd ingediend door PP in oktober 2020.

De relatie tussen de regeringspartijen was ook niet altijd eenvoudig. UP maakte zich zorgen over de invloed van PSOE op het beleid en de twee partijen hadden verschillende standpunten over bepaalde kwesties, zoals de begroting voor 2021.

De XIVe legislatuur werd ook gekenmerkt door de groei van Vox, een rechtse nationalistische partij die in de verkiezingen van november 2019 een significante aanhang wist te verkrijgen. De opkomst van Vox leidde tot bezorgdheid over het politieke klimaat in Spanje en de mogelijke impact op de democratie.

Conclusie

In conclusie was de XIVe Spaanse legislatuur een periode van grote politieke onrust, die werd gekenmerkt door de formatie van twee opeenvolgende minderheidskabinetten onder leiding van Pedro Sánchez. De regering-Sánchez II voerde belangrijke maatregelen in om de economische groei te stimuleren en de openbare diensten te verbeteren, maar moest ook verschillende uitdagingen het hoofd bieden, waaronder een motie van wantrouwen en de groei van Vox.

Deze legislatuur toont aan dat de Spaanse politiek nog steeds instabiel is en dat er nog veel werk te doen is om een stabiele regering te vormen die in staat is om het land te besturen. De toekomst zal uitwijzen of Spanje in staat is om deze uitdagingen aan te gaan en een meer stabiele politieke periode te bereiken.

Vergelijkbare berichten