De Chinese filosofie is een van de oudste en meest rijke filosofische tradities ter wereld. Met een geschiedenis die duurt meer dan 3.000 jaar, omvat ze een breed scala aan denken over de mens, de universele principes en het bestaan. Deze rijke traditie is geïnfluencerd door verschillende factoren, waaronder de Chinese cultuur, de geschiedenis van de dynastieën en de interacties met andere filosofische tradities. In dit artikel gaan we op in de diverse aspecten van de Chinese filosofie en proberen te begrijpen wat deze voor ons betekent.

De Beginn van de Chinese Filosofie

De Chinese filosofie begint rondom het jaar 500 v.Chr. met de Shang-dynastie, waarmee het beginspunt van de geschiedenis van de Chinese staat en de culturele ontwikkeling wordt gevormd. Vanaf deze tijd begon de Chinese politiek zich te richten op de wens om een stabiele en harmonieuze maatschappij te creëren, die gebaseerd was op het principe van balans en verandering.

De Twee Fundamenten

De Chinese filosofie wordt voornamelijk gekend door de twee fundamenten: Taoisme en Confucianisme. De eerste richting, Taoisme, stamt uit een periode voor het begin van de geschiedenis en neemt haar oorsprong bij de wijsheid van Laozi (Lao Tzu). Het Taoïsme is gebaseerd op het principe van het natuurlijke bewustzijn dat door iedereen die zichzelf kent, aangrepend wordt. Dit onderzoekt de kracht en de wezenlijkheid van het universum.

Confucianisme op de andere hand wordt geassocieerd met Confucius (Kong Fuzi), een filosofisch denker die rondom 551 v.Chr. leefde. De centrale gedachte van de Confucianistische leer is dat sociale harmonie en voortdurende verbetering kunnen worden bereikt door de behoefte aan onderwijs, opleiding en discipline in het zadel te nemen. Binnen deze filosofie wordt een cultus opgebouwd van respect voor oudere mensen en traditionele autoriteiten.

Vergelijkbare berichten