De apostolische constitutie is een document dat door de kerkelijke hoge autoriteiten in het kader van het canoniekrecht wordt afgeleverd. Het wordt traditioneel als een soort “wet” beschouwd, die op grond van het Scripture en de voorgestelde leer van Christus en zijn apostelen is ontstaan.
De basis is het bijbelboek Acties 2:1-21. Daarbij wordt verteld dat op de dag van Pasen een groep mensen uit de Joodse gemeenschap in Jeruzalem, door de Heilige Geest, sprakend en gelovig, bijeenkwamen. Ze behielden de Joodse overleveringen aan het Woord en deden ook het vroeg-christelijke geloof na.
De apostolische constitutie is een document dat door een generatie kerkelijke hoge autoriteiten is geschreven. Het bestaat uit twee delen: het eerste deel wordt beschouwd als een ‘samenlevingsregel’ die het beginsel van eenvoud en gelijkheid betreft, terwijl het tweede deel een ‘regelboek’ voor een groter kerkelijke gemeenschap.