De persoon in de 28e eeuw v.Chr. is een onderwerp dat vaak wordt genegeerd in de geschiedenisboeken, maar het is juist deze periode die ons veel te leren geven over de menselijke ontwikkeling in de oude tijden.

In deze tijd, ongeveer 2800 jaar geleden, was de persoon nog niet hetzelfde zoals we dat vandaag zien. De mens had nog niet totaal het bewustzijn van zijn eigen bestaan en stond aan de grenzen van zijn vermogen om te begrijpen wat hem omringde. Hij was geheel afhankelijk van zijn omgeving en leefde in een wereld waarin de natuur noch door de mens was gedomineerd.

Een belangrijke ontwikkeling die zich voordraaide tijdens deze periode was het ontdekken van vuur. Vuurtroepen waren niet alleen brandlucht, maar ook een bron van warmte en licht. Dit maakte het voor de mens mogelijk om te koken, te zitten en zelfs te slapen. De vlammen werden ook gebruikt als een middel om de omgeving te veroveren.

Een andere belangrijke ontwikkeling was het gebruik van vuursteen. Vuursteen werd gebruikt voor verschillende doeleinden, zoals het knippen van hout en het maken van wapens. De mens had nu de mogelijkheid om zijn eisen te stellen op zijn omgeving en te bereiken wat hij wilde.

De persoon in de 28e eeuw v.Chr. leefde ook in een tijd waarin de natuur nog niet door de mens was gedomineerd. Er waren geen dierenfokkers, keine veehouders en geen jagers zoals we dat vandaag kennen. De mens was afhankelijk van zijn eigen kracht en in staat om te overleven in een wereld die nog heel anders was dan wat we vandaag zien.

Tijdens deze periode ontwikkelde de mens ook zijn eigen religie. De mensen geloofden dat er hogere krachten waren die hen begejegd werden. Ze beschonden verschillende goden en godinnen en hadden hun eigen rituelen en ceremoniën om hen te vereeren.

Een andere belangrijke ontwikkeling was het ontstaan van de eerste dorpen. De mensen kwamen samen in kleine groepen om te leven en te werken. Ze bouwden huizen uit natuurlijke materialen zoals aarde, stenen en hout. Deze dorpen waren de beginnen van de samenleving die we vandaag kennen.

In deze tijd was ook het concept van eigendom nog niet ontstaan. De mensen leefden in een gemeenschap waarin elk voordeel werd gedeeld. Ze delen hun land, hun voedsel en hun kennis met elkaar. Dit was het begin van de sociale structuur die we vandaag kennen.

Een belangrijke aspect dat in deze tijd nog niet aanwezig was was de schriftuur. De mensen gebruiken geen schrift om hun gedachten te noteren of om documenten te maken. Ze gebruikten inveerting, een methode waarbij het opschrijven van tekst werd gedaan met behulp van een pennen en inkt.

In deze periode was ook de rol van de man en de vrouw nog niet vastgelegd. Zij leefden samen als gelijken en deelde hun taken en verantwoordelijkheden. De man was niet noodzakelijkerwijs de leider en de vrouw was niet noodzakelijkerwijs het hoofd van het huishoud.

Een andere belangrijke ontwikkeling was het opkomend van de eerste heerlijkheid. De mensen begonnen hun eigen land te veroveren en te besturen. Ze bouwden paleizen en lieten zich herkenen door hun eigen titels en rangen.

In deze tijd stond de mens aan het begin van een reis die hem zou helpen om zijn geestelijke vermogens uit te dragen. Hij begon te ontdekken wie hij was en waar hij thuishield. Deze reis zou lang duurzen en het leiden tot grote ontwikkelingen in de geschiedenis.

In conclusie kan worden gezegd dat de persoon in de 28e eeuw v.Chr. een belangrijke stap voorwaarts was op zijn eigen ontwikkeling. Hij begon te ontdekken wie hij was en waar hij thuishield. Hij bouwde zijn eigen dorpen, leerde om vuur te gebruiken en begon zijn eigen religie te ontwikkelen. Dit waren belangrijke stappen die hem zouden helpen om zijn geestelijke vermogens uit te dragen en naar een toekomst te streven waarin de mens zich kon uiten als hij het wilde.