De 2e eeuw voor Christus was een complex en dynamisch tijdperk dat sterk wordt gekenmerkt door cultuur, religie en politiek. Tijdens deze periode ontwikkelde de persoon zich als een geheel waarin individuele identiteit, sociale verplichtingen en culturele verwantschapstenen elkaar afwisselen.
### Inleiding
De 2e eeuw voor Christus was een tijdperk van grote verandering en groei. Na het uitsterven van de bronsteeperiode in het Oude Egypte vond er een stap naar een ijzeren tijd plaats. Dit was niet alleen een technologische maar ook culturele stap, waarbij de persoon opnieuw werd geschilderd.
### De Individu en Zijn Rol in Samenleving
Tijdens deze periode was de individuele rol sterk verbonden met zijn of haar rol binnen de samenleving. In de bronsteeperiode was dit het geval bij de monarchie, waarbij de koning een symbolische en religieuze autoriteit uitmaakte. In de ijzeren tijd vond hier echter een verandering plaats. De aristocratie werd minder dominant en kwam eraan om de burgerij aan het woord te laten.
De burgerij was in deze periode het belangrijkste middel om de macht te behouden. Hun sociale status werd bepaald door hun wachtpaaltje-origine, de plaats waar ze werden opgeleid en hoeveel jaren ze dienst voerden in de soldaatencorporatie. Dit maakte hen tot een georganiseerde klasse die sterk verbonden was met de rechtsstaat.
### Religie en Identiteit
Tijdens deze periode speelde religie een belangrijke rol bij het vormen van identiteit. In het Oude Egypte was de goddelijkheid centraal, waarbij de koning als een soort god beschouwd werd. De persoon stond hiermee in direct verband, en hij of zij moest zichzelf aan de goddelijke autoriteiten onderwerpen.
In de Griekse wereld vond dit niet plaats. De grieken geloofden in een moreel principes dat de grondslag vormde van hun maatschappij. Het concept van “eudaimonia” (geloof in een goed leven) werd hiermee gedefinieerd. Dit was meer dan slechts het voordeel van een individu; het ging om het algemene welzijn.
### Conclusie
De persoon in de 2e eeuw v.Chr. is een complex onderwerp waarbij individuele identiteit, sociale verwantschapstenen en cultuur sterk met elkaar verbonden zijn. Tijdens deze periode vormden het concept van de burgerij en de religieuze autoriteiten belangrijke rol bij het vormen van de persoon. De Griekse maatschappij is hiermee een geïsoleerd voorbeeld waarin individuele identiteit sterk centraal stond.
In conclusie kan worden geconcludeerd dat de persoon in de 2e eeuw v.Chr. een geheel is van cultuur, religie en sociale verplichtingen. Zijn of haar rol binnen de samenleving was sterk verbonden met zijn of haar religieuze of sociale status.
Maar deze conclusie is niet voor het laatst. Er zijn nog veel andere aspecten die de persoon in de 2e eeuw v.Chr. kunnen bespreken.