De Franse monarchie heeft een rijke geschiedenis die duizenden jaren teruggaat. Van de oude Frankische koningen tot de huidige Europese bondgenoten, het Franse koningshuis heeft steeds een belangrijke rol gespeeld in de politiek en de culturen van Europa.
Het beginsel van de monarchie is complex en kan worden geïnterpreteerd op verschillende manieren. Sommigen zullen een koning beschouwen als een figuur die zijn absolute macht heeft, terwijl anderen hem zien als een symbolische leider met beperkte autoriteit. Uiteindelijk, het antwoord hangt af van de specifieke context en de historische periode waarover we praten.
De Franse monarchie begon in 987 toen Robert II de Strenge koning werd. Deze koning is de stichter van het Huis Capet, een dynastie die duizend jaar zou duren en een belangrijke rol zou spelen bij de vorming van Frankrijk. De Capetische koningen waren voornamelijk Franse vorsten die zich met hun macht zogen te bezitten en hadden weinig invloed op de overige Europese landen.
Het is niet voor niets dat Frankrijk in het Middenleeuwen als een machtige republiek van koningen werd beschouwd. Het is echter bij de Valois-aufstand van 1328 dat we beginnen te zien hoe Frankrijk zich zou ontwikkelen tot een moderne monarchie. In dit jaar stierf de laatste Capetische koning, Charles IV, zonder mannelijke opvolgers, wat leidde tot een opstanding van de hertog van Bourgondië. De Bourbons werden uiteindelijk de voorgangers van de moderne Franse monarchie.
Het Huis Bourbon is met bijna drie eeuwen een belangrijk onderdeel geweest van de Franse geschiedenis. Koning Louis XIV, die ook als “de Grote” wordt gekend, was een zeer machtige en beïnvloedende monarch. Zijn absolute autoriteit werd ingezet om de macht van de koning te versterken en om de Franse statenreorganisatie te voltooien. Zijn bekende zin “L’État, c’est moi” (De staat is ik) was een uiting van zijn absolute overtuigingen en vormde de basis voor de monarchie tot aan het begin van de Franse Revolutie.
In het midden van de 19e eeuw stelde Napoleon Bonaparte een einde aan de monarchie. Zijn machtige regime leidde ertoe dat Frankrijk zou worden veroverd en later zouden de koningen worden vervangen door een constitutionele republiek.
Een opmerkelijke periode in de geschiedenis van het Franse koningshuis was die van het Huis Bourbon, waarbij keningen als Louis XVI en Lodewijk Filips II optraden. Zij waren voornamelijk tevreden met hun rol en gaven weinig aandacht aan politiek.
Het Huis Savoye was een andere belangrijke dynastie die het Franse koningshuis heeft aangevuld. In 1958 werd de Republiek Frankrijk opgeheven en werden president Charles de Gaulle tot staatshoofd gekozen, wat leidde tot het einde van het Huis Bourbon als monarch.
Vanaf dat moment is er geen Franse koning meer geweest. De huidige Europese bondgenoten worden echter nog steeds vertegenwoordigd door een monarchische dynastie.