De oorsprong van het moderne stripalbum

Stripalbums zijn al decennia lang een populaire vorm van verhalenvertelling, maar wanneer en hoe zijn ze ontstaan? In dit artikel nemen we je mee op reis door de geschiedenis van het stripalbum en kijken we specifiek naar het jaar 1943 als een belangrijke mijlpaal in de ontwikkeling van deze medium.

De voorgeschiedenis

Vooraleer we naar 1943 springen, is het belangrijk om te begrijpen waar het stripalbum vandaan komt. De wortels van het stripalbum liggen in de oudste vormen van beeldverhalen, zoals middeleeuwse miniaturen en Japanse emaki (geschilderde verhalen). In de 19e eeuw werden cartoons en karikaturen populair in kranten en tijdschriften, wat uiteindelijk leidde tot de creatie van de eerste stripverhalen.

De geboorte van de moderne strip

In het begin van de 20e eeuw werden strips als onderdeel van kranten en tijdschriften steeds populairder. Kunstenaars zoals Little Nemo’s Winsor McCay en Krazy Kat’s George Herriman experimenteerden met lay-outs, beeldverhalen en humor, wat uiteindelijk de basis vormde voor het moderne stripalbum.

1943: Een cruciaal jaar

In 1943 gebeurde er iets belangrijks in de wereld van strips. Na een reeks van experimenten en innovaties, publiceerden twee pioniers op het gebied van strips – Will Eisner en Floyd Gottfredson – elk hun eigen stripalbum.

Will Eisner’s “A Contract with God”

Eisners album “A Contract with God” wordt vaak beschouwd als een van de eerste moderne stripalbums. Het verhaal, dat zich afspeelt in een Joods ghetto in Polen, vertelt het verhaal van een groep mensen die worstelen met hun geloof en identiteit. Met zijn gebruik van realistische tekeningen, complexe verhalenstructuur en thema’s als religie en identiteit, legde Eisner de basis voor het moderne stripalbum.

Floyd Gottfredson’s “Mickey Mouse”

Omstreeks dezelfde tijd publiceerde Floyd Gottfredson zijn album “Mickey Mouse”, gebaseerd op de populaire Disney-tekenfilm. Hoewel dit album eerder een verzameling van strips was dan een originele publicatie, was het toch belangrijk omdat het liet zien hoe stripverhalen konden worden gebruikt om complexe verhalen te vertellen met bekende personages.

De nasleep

Na 1943 nam de populariteit van stripalbums gestaag toe. Kunstenaars zoals Carl Barks en Harvey Kurtzman bouwden voort op Eisners en Gottfredsons werk, en creëerden hun eigen unieke stijlen en verhalen. Met het opkomen van de underground comix-beweging in de jaren ’60, werden stripalbums steeds experimenteler en diverser.

Conclusie

1943 was een cruciaal jaar voor de ontwikkeling van het moderne stripalbum. De publicaties van Will Eisner en Floyd Gottfredson markeerden een belangrijke stap in de evolutie van strips als medium, en legden de basis voor de diverse en creatieve stripalbums die we vandaag kennen.

Vergelijkbare berichten